Op een dag zegt Sproetjes papa:
"Weet je al dat buurman Jos
met een school wil gaan beginnen
voor de dieren uit het bos?
En wat zij daar kunnen leren,
komt kabouters óók van pas
daarom ga je, Sproetekindje,
morgen naar de eerste klas."
Morgen?, denkt Sproet, bah ik wilde
dan juist wandelen in 't bos,
eikels zoeken en kastanjes,
paddestoelen tussen 't mos.
Even kijken waar de school staat. . .
Oh, gelukkig, náást ons huis,
dus als ik het er niet leuk vind,
ben ik in een wip weer thuis.
Op schoolmorgen kijkt klein Sproetje
stiekem door het vensterglas.
Zijn er al wat dierenkindjes
die hij kent in meesters klas?
Ja, warempel zeg, de egels,
en het kleine muizenpaar
staat aan moeders rok te huilen!
Hè, wat doen die twee nu raar.
"Foei!", zegt meester, "voeten horen
ónder tafel, beste Sproet
en je snapt toch wel mijn jongen
dat je 't fluiten laten moet?"
Sproetje denkt: ik zal maar stil zijn
anders krijg ik misschien straf,
en heel vlug zet hij zijn voetjes
van het schoolbankje weer af.
Zomaar, zonder aan te kloppen,
stapt de klas in Bruinsnoet Beer.
"Meester," bromt hij, "ook mijn vader
wil dat ik van u iets leer.
Geef mij les in honingsnoepen
zónder dat een bij mij ziet,
want van honing houd ik, meester,
maar van bijensteken niet."
"Bijen, bijen", zegt de meester,
"jullie horen hier nog niet.
Ga vlug naar het kleuterklasje
van het boskonijntje Riet."
Maar de bijen zoemen, zoemen:
"Meester, één en één is twee,
wij zijn, hoort u wel, geen kleuters,
wij doen met uw lessen mee."
"Dat is fout, kabouter Sproetje,
vier en vier is nog steeds acht,
wat je best had kunnen weten
als je meer had nagedacht.
Oh, ik zie het al, je tékent,
tekent onder rekenles!
Schrijf de sommetjes maar over,
ook van drie en drie is zes."
Om tien uur is er een pauze.
Iedereen mag uit de klas.
daar heeft Sproetje wel plezier in
en snel kruipt hij door het gras.
Stout he? Hij verstopt het broodje
van zijn vriendje Koos Konijn.
"Nare jongen", roept die woedend.
"Moet je weer vervelend zijn?"
Na de pauze gaan ze lezen,
krijgen schrijven en wat taal,
dan opeens. . . een hard gerinkel,
oei wat is dat voor kabaal?
Meester lacht: "Dat is de schoolbel.
Voor vandaag is het gedaan,
als je morgen weer terugkomt,
mag je nu naar huis toe gaan."
Sproetje denkt onder het eten
aan zijn fluiten in de klas,
aan zijn voeten op het bankje,
aan zijn kruipen door het gras.
aan het zoemen van de bijen,
het verhaal van Bruinsnoet Beer
en hij zegt tegen zijn papa:
"Morgenvroeg. . . dan ga ik wéér."
© Nederlandse tekst Carry W. Zijlstra-van Dijk.
Alleen nog sporadische te verkrijgen via internet.