Zo was daar op 21 september 1435 de Vrede van Atrecht tussen Karel VII en Philips de Goede, welke vrede een einde maakte aan de Engels-Bourgondische samenwerking. In 1438 brak op 25 augustus een grote brand uit in Gouda. De brand greep onstuitbaar om zich heen als gevolg van de vele houten huizen met rieten daken. Slechts vier of vijf woningen bleven gespaard. Ook gingen de stadsarchieven verloren, waardoor er nauwelijks iets van voor 1437 te vinden is. De jaren 1438 en 1439 brachten meer ellende. Honger en pest eisten miljoenen slachtoffers.
In 1440 echter, brak in Europa een periode van welvaart aan, die dertig jaar zou duren. Eveneens in 1440 overleed Laurensz Janszoon Coster, een van de uitvinders van de boekdrukkunst. In 1445 ontdekte Denas Diaz Senegal en Kaapverdië, een ontdekking die zeker onder de schippers de ronde gedaan zal hebben.
Aan te nemen is dat ze geen weet hadden van de geboorte van Leonardi da Vinci op 15 april 1452. Dit geldt ook voor de geboorte van Michelangelo op 6 maart 1475. Niet onwetend zullen ze gebleven zijn van het feit dat in Duitsland (1454), Gutenburg, de eerste aflaatbrief gedrukt werd. Als katholieken zullen ze daarvan zeker op de hoogte gebracht zijn. Ook dat Margaretha van Villesexel in datzelfde jaar de lijkwade van Turijn met Lodewijk van Savoye ruilde voor een kasteel in Varambon in de buurt van Lyon, met daarbij een aanzienlijke hoeveelheid geld. Wellicht werd dit gezien als heiligschennis.
In het jaar 1480 werd de Vlaamse kust getroffen door een ernstige overstroming: Breskens werd verzwolgen.
De Maurikkroniek maakt van 1421-1450 gewag van extreme weersomstandigheden. Droogte, zeer strenge koude en noodweer wisselen elkaar af. Oogsten worden vernield, de pest breekt uit. Al met al geen plezierige tijd. Maar onze voorouders hebben het overleefd. Met hun gezinnen gaan zij de 16e eeuw in.
Bronnen: www.wikipedia.nl en Maurikkroniek.