Woorden van troost zijn altijd ontoereikend en soms ook niet nodig. Een handdruk kan heel veel zeggen. De tekst echter van Augustinus, bisschop van Hippo van 354 - 430, die werd voorgelezen, trof mij diep. Wellicht geeft deze tekst ook troost aan de vijftigplussers onder ons die een geliefde verloren. En wie is dat eigenlijk niet op onze leeftijd?
De dood is niets,
ik ben slechts aan de andere kant,
ik ben mezelf, jij bent jezelf.
Wat we voor elkaar waren, zijn we nog altijd.
Noem me. zoals je me steeds genoemd hebt.
Spreek tegen me zoals weleer,
op dezelfde toon.
Niet plechtig, niet triest.
Lach om wat ons samen heeft doen lachen.
Denk aan mij, bidt met mij.
Spreek mijn naam uit thuis,
zoals je altijd hebt gedaan
zonder hem te benadrukken,
zonder zweem van droefheid.
Het leven is wat het altijd is geweest.
Waarom zou ik uit je gedachten zijn?
Omdat je me niet meer ziet?
Nee, ik ben niet ver,
juist aan de andere kant van de weg.
Zie je, alles is goed.
Je zult mijn hart opnieuw ontdekken
en de tederheid terugvinden.
Dus, droog je tranen en ween niet,
je houdt toch van me?