Het gebeurde jaren geleden. De tamme ekster van de buurjongen zat bijna dagelijks op de goot van de schuur, vol belangstelling kijkend naar wat er onder hem gebeurde. Luisteren deed hij ook, zijn kopje scheef. Wat er in zijn hersentjes omging is alleen maar te raden, maar werken deden ze.
Zoals dat gaat in een (groot) gezin is het ‘mama' voor en na. U kent misschien het gedichtje: ‘Mutti hier und Mutti dort, Mutti ohne Weise'. Nu, zo was het bij ons ook. Regelmatig klonk het: ‘Mama!!!!' Zo vaak, dat ik toch wel een beetje gefrustreerd voor de zoveelste keer naar buiten liep. Verbaasde kinderen: ‘Dat waren wij niet.'
Waren wij niet? Wie dan? ‘Mama, mama', klonk het uit de dakgoot. Jawel hoor, de ekster. ‘Mama, mama.' Kennelijk trots op zijn prestatie, wist hij tot groot plezier van de kinderen van geen ophouden.Gelukkig maar, want nu was ik even in de gelegenheid om uit te vinden wie er voortaan geroepen kon hebben, kroost of ekster. Het verschil was minimaal, dat kan ik u verzekeren.
Nog geen halfuur later, een vreselijk gekrijs naast het huis. ‘Mama!!!!!!' Dat was een kind in paniek In recordtijd was ik beneden. ‘Mama!!!!! De stekker, de stekker!'.
Met een ruk trok ik de voordeur open en daar stonden ze, naast elkaar, de ekster en de driejarige Carlientje. ‘De stekker', wees ze doodsbang en snikkend. De ekster keek naar haar op. Je zag hem denken: stekker? Wat een leuk woord.