Onderstaand verhaaltje schreef ik ruim zes jaar geleden op mijn weblog.
Het plotselinge eendengesnater in het buitengebied van ons dorp bracht me in een oogwenk terug naar die dag, dertig jaar geleden. ‘Mam ik kan vijf eenden krijgen, wilt u ze hebben?' Afwachtend keek zoon Theo me aan. Vijf eenden, dacht ik, wat moet ik daarmee? ‘Levende?'vroeg ik voor alle zekerheid. Ze bleken geslacht. De vader van een vriend had geen zin meer om ze schoon te maken. Als ik ze niet wilde hebben, gooide hij ze weg.
Slachten om op te eten, is nog tot daaraan toe, maar om dan weggegooid te worden? Wat een nutteloze dood, dacht ik in een wat vreemde vlaag van dierenliefde. ‘Ik ga ze wel halen', zei Theo.
Terwijl hij weg was, vroeg ik me af wat dat schoonmaken zou inhouden. Zoiets als bij een opgebonden diepvrieskip, stelde ik me voor. Wat echter een paar minuten later in een doos in mijn keuken stond, leek niet op een nette, kale diepvrieskip. Uit een massa veelkleurige veren staken vijf slappe eendenkoppen. ‘Ik help wel', zei Theo die zag hoe geschokt ik was.
Enfin, het is ons gelukt, we deden wat we allebei nog nooit gedaan hadden, met een boek ernaast waar instond hoe het precies moest.
Die dag werd geen eend gegeten. Het heeft een tijdje geduurd voor ik daaraan toe was. Wat in mijn diepvries lag was wat teveel eend en te weinig een lekker stukje gevogelte. Eén ding wist ik zeker. Als iemand weer eenden voor me had, zou ik beleefd maar beslist bedanken. Dus laat u ze alstublieft zwemmen.
Vandaag moest ik weer aan die vijf eenden denken, want in mijn hapjespan lagen... nee geen vijf eenden, wel tien eendenpootjes. Wilde eendenpootjes, al was ze dat nu niet aan te zien. Ze sudderden rustig in een saus van rode Kaapse Pracht, twee eetlepels zilveruitjes, takjes rozemarijn, tijm, een laurierblaadje, een gedroogd pepertje van eigen teelt, en waren voorzien van peper en zout. Het rook heerlijk.
Terwijl ik ruim twee uur wachtte tot ze gaar waren, draaide ik die pootjes zo nu en dan. Lieve help, wat waren ze eigenlijk klein. Dat daar nu vijf eenden het leven voor moesten laten, zielig hoor. Waarom moest ik nu toch zo nodig eens wilde eend eten?
Tja, zo moet je natuurlijk niet beginnen. Tóch heb ik lekker gegeten.
Wilde eendenpootjes in gereduceerde wijnsaus met aardappelpuree en sla. Een mens zit raar in elkaar!